Uitrijperiode mest op bouwland twee weken verlengd
Boeren die groenbemesters (vanggewassen) of winterkoolzaad inzaaien krijgen twee weken extra de tijd om op die akkers (bouwland) drijfmest uit te rijden, meldt staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer. Groenbemesters zijn gewassen die de belangrijke voedingsstof stikstof makkelijk opnemen, zoals wikke of winterrogge.
Met het besluit, dat vergelijkbaar is met de in 2015 verleende vrijstelling, komt de staatssecretaris tegemoet aan een verzoek vanuit de sector. Ook de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) heeft een verzoek ingediend tot verlenging van de uitrijperiode van mest. Het advies van de Technische commissie bodem en een verzoek vanuit de Tweede Kamer vormden het uitgangspunt voor het besluit.
Voor het uitrijden van dierlijke mest gelden strenge voorwaarden. De periode waarin dit is toegestaan loopt van februari tot en met 31 augustus. Door het grillige weer van de afgelopen maanden verloopt dit jaar op akkerbouwbedrijven de oogst wat later dan gebruikelijk. Daardoor lukt het in veel gevallen niet om tijdig mest uit te rijden en een groenbemester of winterkoolzaad in te zaaien.
Meer…
NMV verzoekt staatssecretaris om (permanente) verlenging uitrijperiode mest
NMV pleit tevens voor een permanent langere uitrijtermijn omdat het gewas doorgroeit tot wel half oktober. Dit komt door de hogere temperaturen als gevolg van klimaatveranderingen. Mest wordt opgenomen zolang gewas groeit.
De NMV heeft staatssecretaris van Dam verzocht om verlenging van de uitrijperiode mest tot bij voorkeur 1 oktober maar minimaal tot 15 september.
Hieronder citaten uit de verstuurde brief:
De Nederlandse landbouw heeft dit jaar te maken met zeer extreme weersomstandigheden. Deze omstandigheden vragen om een aanpassing van het beleid. Daarom verzoekt de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) om de uitrijperiode voor mest te verlengen tot bij voorkeur 1 oktober, maar minimaal 15 september.
Grote delen van Noord-Brabant en Limburg hebben dit jaar te maken gehad met zeer extreme weersomstandigheden. Door zware regenval en wateroverlast was het land wekenlang niet berijdbaar. Ook nu hebben boeren in (andere) delen van ons land te maken met omstandigheden waardoor zij niet hun land op kunnen.
De periode tot 1 september is te kort om na vroegruimende akkerbouwgewassen nog mest te kunnen uitrijden. Deze mest komt op relatief warme grond en werkt daardoor snel. Ingezaaide groenbemesters mislukken steeds vaker, omdat door een te korte uitrijperiode niet voldoende mest kan worden opgebracht. Als een groenbemester bovengronds niet goed kan groeien, kan ondergronds niet het beoogde effect worden bereikt. De structuur van de bodem gaat hierdoor steeds verder achteruit. Een structureel probleem, dat om een structurele oplossing vraagt.
De afgelopen jaren is door branche- en belangenorganisaties vaker een verzoek ingediend om de uitrijperiode te verlengen. Deze verzoeken zijn in het verleden steeds gehonoreerd.
De extreme omstandigheden van dit voorjaar zijn een gevolg van klimaatverandering. Door deze klimaatverandering verschuift het groeiseizoen ook. Vasthouden aan een uitrijperiode die gekoppeld is aan de kalender past daarom naar onze mening niet bij een verantwoord mestbeleid.
De NMV pleit daarom voor een flexibele uitrijperiode voor mest die afhankelijk is van de weersomstandigheden
waardoor een beter rendement van de bemesting kan worden behaald. Indien dit niet mogelijk is zou de uitrijperiode zo moeten worden vastgesteld dat deze na 1 september voortduurt.
Wij vragen u zo spoedig mogelijk een besluit te nemen, zodat zo snel mogelijk zekerheid komt over de duur van de uitrijperiode.
Lees meer:
Boerderij.nl:
Sector verdeeld over verzoek om uitstel uitrijverbod dierlijke mest
Wat betekent TTIP voor boeren en burgers in Noord-Nederland?
Op zaterdagmiddag 10 september is er in Zuidbroek een informatieve bijeenkomst over TTIP. Deze bijeenkomst wordt georganiseerd door Milieudefensie Zuidoost Groningen, FNV, Mondiaal FNV-Noord en VPRO-Tegenlicht. De bijeenkomst wordt gehouden in De Broeckhof, W.A. Scholtenweg 1, 9636 BS in Zuidbroek (vlak bij station en A7). Aanvang 14.00 uur, gratis toegang.
Wat betekent TTIP, het vrijhandelsverdrag tussen de EU en de VS, voor boeren en burgers in Noord-Nederland? En hoe zit het met CETA, het verdrag met Canada? Wat zijn de gevolgen voor voedsel, landbouw, natuur, gaswinning, werkgelegenheid en lonen? Krijgt de macht van grote internationale bedrijven vrij spel? En wat kunnen we er nog tegen doen?
De bijeenkomst wordt geleid door dagvoorzitter: Meindert Schollema, voormalig burgemeester van Pekela. De sprekers zijn:
• Freek Bersch (Milieudefensie-TTIP),
• Sieta van Keimpema (voorzitter Dutch Dairymen Board en vice-voorzitter European Milk Board),
• Keimpe van der Heide (bestuurslid Nederlandse Akkerbouwvakbond),
• Wim Baltussen (bestuurder agrarische sector FNV),
• Bea Blokhuis (actief lid Groninger Bodem Beweging),
• Column: Koos Dijksterhuis (columnist Trouw – natuurdagboek).
De thema’s worden ingeleid door fragmenten uit de TTIP-uitzending van VPRO’s Tegenlicht.
De toegang is gratis. Wel graag aanmelden via bentz47@kpnmail.nl ovv TTIP-bijeenkomst Zuidbroek.
De Nederlandse Melkveehouders Vakbond maakt zich grote zorgen over de gevolgen van de TTIP. In de ogen van de NMV vormt TTIP een grote bedreiging voor de EU, zowel economisch, ecologisch als sociaal. Alle inspanningen van de Nederlandse melkveehouderij om innovatief bezig te zijn (antibiotica gebruik teruggedrongen, geen hormoongebruik voor melkgift en groei etc.); het zal allemaal voor niets zijn geweest. TTIP brengt ons terug bij af!
Meer lezen:
• TTIP: Professor Dr. Ewald Engelen constateert geringe baten en hoge kosten
• Een gratis krant over het dreigende TTIP-vrijhandelsverdrag
NMV en DDB: Nieuw EU-steunpakket is druppel op gloeiende plaat (persbericht)
Nederland krijgt bijna €23 miljoen uit een nieuw steunpakket voor de zuivel en andere veehouderijsectoren. De bonus van 10 tot 15 cent waarover nu wordt gesproken is echter onvoldoende voor boeren die nu al hun rekeningen niet meer kunnen betalen.
NMV en DDB vinden het positief dat de Europese Commissie erkent dat de huidige problemen op de zuivelmarkt kunnen worden opgelost door het aanbod aan de vraag aan te passen via een bonus voor melkveehouders die minder produceren. Maar NMV en DDB zijn sceptisch over de verdere uitwerking van het steunpakket; de voorgestelde maatregelen zijn onvoldoende, niet goed doordacht en zullen niet het beoogde resultaat hebben.
Uitbreiden interventieperiode
Eén van de maatregelen in het EU-steunpakket is de verlenging van de interventieperiode voor magere melkpoeder tot eind februari 2017. Op dit moment is al meer dan 3% van de melkproductie in de EU, dus meer dan de totale meerproductie in 2015, met subsidie van de Europese Commissie opgeslagen. NMV en DDB verwachten dan ook dat het verlengen van de interventiemaatregelen geen enkel positief effect zal hebben.
Evenwicht
NMV en DDB vinden het positief dat de Europese Commissie erkent dat de huidige problemen op de zuivelmarkt kunnen worden opgelost door het aanbod aan de vraag aan te passen via een bonus voor melkveehouders die minder produceren. De bonus van 10 tot 15 cent waarover nu wordt gesproken is echter onvoldoende voor boeren die nu al hun rekeningen niet meer kunnen betalen. En dat is al zo’n 40% van de Nederlandse melkveehouders. De vaste kosten lopen gewoon door, ook als er minder melk wordt geproduceerd en liggen ver boven 15 cent. Als vanuit de nationale enveloppe deze vergoeding wordt aangevuld tot 30 cent voor iedere kilogram melk die minder wordt geproduceerd is het voor individuele melkveehouders aantrekkelijker hieraan mee te doen. Nu blijven veel melkveehouders uit pure noodzaak produceren.
Verder is de hoeveelheid melkproductie die men zo uit de markt wil nemen volstrekt onvoldoende. Om de markt in evenwicht te brengen moet er minstens 6% in een half jaar tijd uit de markt worden genomen.
Inperking
Minstens zo belangrijk als een adequate bonus voor melkveehouders die hun productie vrijwillig willen verlagen, is het opleggen van een individueel productieplafond aan niet-deelnemende melkveehouders. Dit betekent dat zij hun melkproductie niet uit mogen breiden in de periode dat de maatregel om melkproductie uit de markt te nemen, loopt. Dit kan door melkveehouders die hun productie uitbreiden een heffing op te leggen. Hiermee wordt voorkomen dat de reductie van het aanbod teniet wordt gedaan door niet-deelnemende melkveehouders. Zonder deze inperking van de ambities van melkveehouders die hun productie willen uitbreiden tijdens de reductieperiode is dit hulppakket opnieuw een verspilling van heel veel geld.
Nationale enveloppe
NMV en DDB vinden het positief dat de EU Commissie de regeling in de gehele EU wil open stellen. Dat komt de Europese gedachte en de doelstelling van het GLB ten goede. Er moet echter worden voorkomen dat de zuivelindustrie of commerciële instanties invloed kunnen uitoefenen op melkveehouders of de hoogte van de bonus die is ontvangen. Er mag geen herverdeling van melkgeld ontstaan zoals in het nabije verleden in een aantal EU lidstaten gebeurde na de uitkering van het geld uit het hulppakket van september 2015. Van dat steunpakket is overigens nog geen cent aangekomen bij de Nederlandse melkveehouders. Met het geld uit de nationale enveloppe voor Nederland zijn secundaire projecten gefinancierd en de salarissen van adviseurs en projectmedewerkers betaald. Dit moet niet nog eens gebeuren.
Meer…
Slachtpremie voor melkvee
Na de toekenning van het nieuwe EU steunpakket, zijn er al verschillende reacties op het pakket en de opties voor de besteding van het geld dat de lidstaten tegemoet kunnen zien.
De DDB heeft het voorstel gedaan om de 23 miljoen euro te besteden aan een slachtpremie voor melkvee. Om zo zowel het fosfaatprobleem aan te pakken als de overtollige melkproductie af te remmen. Een voorstel dat bovendien goed in de voorwaarden van de Europese Commissie lijkt te passen (en inmiddels door LTO is gekopieerd).
In de kritische reacties op het plan van de DDB vallen twee zaken op:
1.men is slecht op de hoogte van de voorwaarden waar de Nederlandse melkveehouderij aan moet voldoen in de nabije toekomst in verband met al bestaande wetgeving en
2.men kent de voorwaarden om in aanmerking te kunnen komen voor de Europese steun, onvoldoende.
Stichting Dier en Recht (D&R) is tegen een slachtpremie omdat de melkveehouders volgens het D&R persbericht “zichzelf vooral verwijten moet maken”. En refereren daarbij aan het afschaffen van het melkquotum. Ook beweert D&R dat “boeren zodra het ‘koeienoverschot’ voorbij is en de prijs weer hoger ligt, hun kudde weer willen uitbreiden”.
Oftewel: D&R heeft zich niet in de DDB verdiept, heeft ons persbericht niet gelezen en kent de voorwaarden voor de melkveehouderij ten aanzien van de melkveefosfaatproductie niet. Voor een organisatie die zich pretentieus “advocaat voor de dieren” noemt, behoorlijk onzorgvuldig.
En waar was D&R de afgelopen jaren? Waarom heeft men de DDB de afgelopen jaren niet actief gesteund in verband met ons dringende verzoek tot een flexibele melkproductieregulering (melken naar koopkrachtige vraag)? Een dergelijke regeling had niet alleen grote melkprijsschommelingen voorkomen waardoor de melkveehouderij in een zware inkomenscrisis is geraakt, maar óók de overschotten aan zuivel en dus aan melkkoeien waardoor we nu in moeten krimpen.
En “meer melkvee aanhouden zodra deze crisis tot een einde is”, zoals D&R beweert, klopt ook al niet: Nederland kan door de afspraken met Brussel over de hoogte van de fosfaatproductie – het fosfaatplafond – de rundveestapel niet meer uitbreiden. Dit fosfaatplafond ligt al vast sinds 2006. Nu de Nederlandse melkveehouderij ruim over dat met Brussel afgesproken fosfaatplafond heen is gegaan, zullen we de rundveestapel fors uit moeten dunnen. Doen we dat niet, dan komt Nederland niet opnieuw voor een derogatieregeling in aanmerking en zullen we ongeveer eenderde van de Nederlandse veestapel af moeten laten vloeien. Om hoge boetes en een inbreukprocedure door Brussel te voorkomen.
Door als “advocaat van de dieren” tégen(!) een slachtpremie te zijn, zogenaamd om op te komen voor de dieren, zijn ze straks medeverantwoordelijk voor een nog veel grotere, afgedwongen krimp van de veestapel!
Meer…